Aanbiedingsbrief
Wij hebben u toegezegd de effecten van de coronacrisis in beeld te brengen. Voor u ligt de eerste rapportage. Het is nog te vroeg om een reëel beeld van alle effecten op korte en midellange termijn te geven. Toch is het nuttig een poging te doen de effecten op de gemeentelijke financiën in beeld te brengen. Dit geeft u ook enige houvast bij het beschouwen van de Kadernota 2021. Planning is om vóór de behandeling van de Programmabegroting 2021 een tweede rapportage te versturen. Deze versie helpt u bij de beoordeling van de risico's in onze (meerjaren) begroting.
Deze eerste rapportage geeft per programma inzicht in de acties en maatregelen die wij al hebben uitgevoerd of op de korte termijn verwachten uit te voeren. Zo goed als mogelijk is het verwachte financiële effect en mogelijke risico’s voor 2020 in beeld gebracht.
In onderstaande tabel vindt u de verwachte financiële effecten per programma. Per programma is een toelichting gegeven. Zoals u op de programma's zult zien hebben lang niet alle maatregelen een financieel effect maar zijn ze wel vermeldingswaardig.
Programma | Kosten |
---|---|
Sociaal | 67.000 |
Veilig | 124.000 |
Inkomen en armoede | 160.000 |
Vrije tijd | 195.000 |
Onderwijs | 10.000 |
Gebiedsontwikkeling | 150.000 |
Leefomgeving en klimaat | 239.000 |
Verkeer | - |
Samen Besturen | -35.000 |
Financiën | 1.030.000 |
Totaal | 1.940.000 |
Deze eerste exercitie laat een negatief financieel effect van bijna € 2 miljoen zien. Wij willen nogmaals benadrukken dat u dit bedrag als richtlijn moet zien, er zijn nog te veel onzekerheden waardoor grote afwijkingen niet uit te sluiten zijn.
De financiële positie van de gemeente Diemen is goed. Zowel de accountant als onze toezichthouder, de Provincie Noord Holland, bevestigen dit. Belangrijkste oorzaken hiervan zijn de groei van Diemen en het financiële beleid dat gevoerd is. Dat maakt dat we nu iets rustiger kunnen reageren op de gevolgen van de coronacrisis en geen overhaaste beslissingen hoeven te nemen.
Financiële verwerking
Deze voortgangsrapportage is puur informerend van aard. Middels deze rapportage worden geen budgetten aangevraagd of vrijgegeven. Budgetaanvragen verlopen via onze reguliere P&C-producten. Voor 2020 zullen eventuele budgetaanvragen via de kwartaalbrieven verlopen of, voor onvoorziene ontwikkelingen, bij de vaststelling van de Jaarstukken 2020.
Uitgangspunt is dat we de financiële effecten zoveel als mogelijk binnen de bestaande budgetten proberen op te vangen. Dat gaat natuurlijk niet altijd lukken. Eventuele claims als gevolg van de coronacrisis beschouwen we als incidenteel en zullen met de algemene reserve verrekend worden. Dit om de kosten beter in beeld te houden en het rekeningsaldo 2020 zo min mogelijk oneigenlijk te beïnvloeden. Bovendien is de algemene reserve juist bedoeld voor het opvangen van dergelijke incidentele risico's. De stand van de algemene reserve bedraagt € 18,4 miljoen per 1 januari 2020.
Tijdelijke en structurele effecten
Deze rapportage zoemt in op de korte termijn effecten. De lange termijneffecten zijn nog lastig in te schatten. Met name de snelheid van het herstel van de economie is hierbij bepalend. De meningen over de snelheid van het herstel zijn wisselend. Zodra er een tweede opleving van het virus komt dan worden de vooruitzichten somber en zal dat verregaande effecten hebben op de landelijke maar zeker ook op de gemeentelijke financiën.
In het financiële beleid gaat het college er van uit dat de crisis voort zal duren totdat er een vaccin is gevonden en kan worden toegepast. Voorlopig en voorzichtigheidshalve schattenwij in dat dit pas in de tweede helft van 2021 het geval zal zijn. Dat betekent dat de economische crisis zich vooralsnog voortzet en dat dit stevige effecten heeft op de werkgelegenheid, faillissementen, toerisme en de wijze waaropde gemeentelijke organisatie functioneert. De financiële effecten beschouwen we dan ook in 2021 als incidenteel
Zoals gezegd gaat deze eerste rapportage vooral in op de tijdelijke effecten. De structurele effecten zullen zich afhankelijk van het herstel van de werkgelegenheid het meest in het programma 'Inkomen en armoede' gaan voordoen. Voor de begrotingen 2022 en verder zullen we deze effecten structureel moeten opnemen. De omvang daarvan kan vooralsnog niet bepaald worden.
Wat het extra lastig maakt is dat in 2021 de landelijke verkiezingen gaan plaatsvinden en veel van de hedendaagse problemen worden doorgeschoven naar de volgende kabinetsperiode. Het is nu onmogelijk in te schatten welke structurele middelen het Rijk gaat toekennen. Dit geldt overigens niet alleen voor de coronacrisis maar zeker ook voor de kosten van jeugdzorg. Deze onzekerheid zal ook bij het opstellen en de vaststelling van de begroting 2021 nog bestaan.
Tenslotte
Deze rapportage is in hoog tempo tot stand gekomen met inzet van de gehele organisatie. De uitvraag van effecten heeft geleid tot allerlei maatregelen die genomen zijn, rijp en groen door elkaar. Wij zijn er trots op dat we in deze korte tijd dit product kunnen voorleggen en hopen dat dit u voldoende inzicht verschaft.
Blijf gezond!
Het college van burgemeester en wethouders